91.
ALS 'T GOLFT (De Dijk)
Als
't golft, dan golft 't goed
Niet te stuiten, niet te sturen
Duurt 't dagen, duurt 't uren
Als 't golft, dan golft het goed
Als
't golft, dan golft 't goed
Niet te stuiten, niet te sturen
Duurt 't dagen, duurt 't uren
Als 't golft, dan golft het goed
Op
de mooiste zomeravond
Bij de ondergaande zon
In de hand het laatste glaasje
Niemand weet hoe 't begon.
Op de rimpelloze vlakte
Van een vlekkeloos bestaan
Kan het plotseling gaan waaien
Ook al wil je d'r niet aan
Als
't golft ...
In
de luwte van de leegte
In de kelder van de kroeg
Waar de vaten rustig wachten
Iedereen heeft toch genoeg
Op de dansvloer van 't leven
Met een tango voor de boeg
Kan het zomaar heftig stormen
Ook als niemand erom vroeg
Als
't golft ...
Als
de akkers overstromen
En de gaten gaan niet dicht
Wil geen mens 'r aan geloven
Morgen wordt 't toch weer licht
Als
't golft... (2x)
|
92.
DE PONT NAAR NOORD (Jeroen
Zijlstra)
De
maan betovert het stille IJ
Verlicht de pont naar Noord
De sterren staan er speciaal voor mij
Ik stap verliefd aan boord
De
stad heeft al haar lichtjes aan
Ze boeit me net als jij
Ik zie je al bij de railing staan
Jij slaapt vannacht bij mij
Liefste,
de boot is aan
Wil je met mij mee naar huis toe gaan
Kom liefste, pak je fiets
We hebben iets dat nog niemand heeft
De
fietspont vaart naar de overkant
We zijn op weg naar Noord
De vraag die op mijn lippen brandt
Heb jij allang verwoord
|
93.
VONDELING VAN AMELAND (Freek de Jonge,
Boudewijn de Groot)
Op
het strand van Ameland
is hij als zuigeling aangespoeld
Overboord gegooid,
op een reddingsboei gebonden
Hij had zich op de golven
als in de baarmoeder gevoeld
Schreeuwde tot hij door een jutter werd gevonden
Ameland sprak schande van de jutter
Een zonderling die leefde van de wind
Die al de raarste dingen had gevonden
Hoe kwam die jutter nu weer aan dat kind
Als hij er daags op uitging om te jutten
Ging de vondeling altijd met hem mee
En toen die na een jaar begon te praten
Was zijn eerste woordje: zee
Op
het strand van Ameland
speelde de kleuter jarenlang
De jutter was zijn meester
die hem wijze lessen leerde
Hij stond wijdbeens in het zand,
was voor de woeste zee niet bang
Schreeuwde net zo lang tot het tij zich keerde
Ameland sprak schande van de kleuter
De vondeling die spotte met de wind
Hoe was het in vredesnaam toch mogelijk
Dat de zee zich terugtrok voor een kind
Wat hij riep zou niemand kunnen zeggen
Dat was uit de verte moeilijk te verstaan
En toen ze het de jutter vroegen zei die:
Volgens mij roept hij: ik kom eraan
Ik
kom eraan, ik kom eraan
Zon, zee, wind, oceaan
Ik kom eraan
Op
het strand van Ameland
stond hij als knaap in de avondzon
Hij zei geen woord,
begon zich langzaam uit te kleden
De vloed kwam hem tegemoet,
hij zag alleen de horizon
Draaide zich nog éénmaal om, en liep de zee in
Ameland sprak schande van de jongen
Die naakte zonderlinge vondeling
Men had zich boven op het duin verzameld
Omdat men voelde dat er iets gebeuren ging
Toen begon hij plotseling te schreeuwen
Zo hard dat het tot aan de duinen klonk
Even zag men hem op het water lopen
Voor hij in de diepte zakte en verdronk
Ik
kom eraan, ik kom eraan
Zon, zee, wind, oceaan
Ik kom eraan
|
94.
DANSEN AAN ZEE (Bløf:
Peter Slager, Paskal Jakobsen )
Daar
komt mijn schip al aan
ik kijk vanaf het strand
schrijven in het zand
is voor mij nu wel gedaan
want de letters van je naam
blijven in het zand niet staan
Maar
de wetten van het land
gelden niet op volle zee
dus ik neem je naam maar mee
gun me een vaarwel
en vergeef me dat ik hardop
alle passen tel
Laten
we dansen, m'n liefste
dansen aan zee
laten we dansen, m'n liefste
dansen aan zee
een afscheidswals aan de waterlijn
dansen aan zee
één - voor je tranen
twee - voor de mijne
drie - voor de horizon
waaraan we verdwijnen
Jij wist wel wie ik was
zwaaiend met mijn jas
mijn armen wijd en leeg
en een hart dat schreeuwend zweeg
dat steeds meer verlangde
naar de warmte van je wang
Laten
we dansen, m'n liefste...
Z eg
dat het niets was
(en) zeg dat ik droomde
zeg dat ik gek was
durf te zeggen dat ik droomde
zeg dat ik dom was
maar dromen deed ik niet
Laten
we dansen, m'n liefste...
|
95. KRETA
(J. Slauerhoff/V. de
Lange)
Zee
lag stiller onder sterrennacht
dan een gulden vlies, een zilv'ren vacht
Ied're windvlaag scheen voorgoed te luwen
't zware schip kon zich niet eerder stuwen
In het weerstandlooze, ijle klare,
en het eiland kwam voorbijgevaren
Of
het een stil schip was, diep gezonken
welks topzeilen in het maanlicht blonken
Schoven zijn besneeuwde toppen zacht
langs de sterrenwouden van de nacht
Door de manekring en sterrenzwermen
meegetroond, ontvreemd van kust en bergen
Even
streng gescheiden en ontheven
als het grondloos droomen van mijn leven
|
96. EENZAAM (J.
Slauerhoff/V. de Lange)
Eenzaam
en grauw golft de zee
maar er varen nog andere schepen
Eenzaam en geel dwaalt de maan
door de zooveel grootere hemel
Geen
haven waarheen zij kan gaan
de melkweg is ook al geen ree
De aarde ziet haar minachtend aan
bij de sterren telt ze niet mee
|
97.
Singapore (J.J. Slauerhof)
Ik
had ook eens een vrouw lief in mijn leven
't Was toen ik nog op de Malaya voer
Wij hadden lang voor Gods gena gedreven
Maar haalden eindelijk toch Singapore
Het schip was bijna in de Straits gebleven
En luisterde al lang niet meer naar 't roer
Bestemd voor Bombay, lang al opgegeven (2x)
Niemand verwachtte het in Singapore (2x)
Singapore, Singapore
Bestemd ... (etc.)
Daar
lagen al die witte luxe boten
Wij voelden ons zo afgetakeld poor
Het was alsof zij met hun funnels floten:
"Wat kom jij doen in 't schatrijk Singapore"
Wij lagen er twee maanden in de dokken
Menig huisvader hield het met een hoer
Zij gingen wat gezellig samenhokken (2x)
In een slecht huis van 't Chinees Singapore (2x)
Singapore,
Singapore
Zij gingen ... (etc)
Ik
bleef alleen, liep 's avonds rond te darren
Gewend te leven zonder liefdesvoer
Ik zag de rijken rijden in hun karren
Ja, alles wat zich mest aan Singapore
Maar eindelijk liet ik mij toch ook blezen
Bij een Japansai op de blanke vloer
Veel bleker, tengerder dan die Chinesen (2x)
Zij hoord' ook niet in 't moordend Singapore (2x)
Singapore, Singapore
Veel bleker ... (etc.)
Aan
haar werd mijn levenslot gewijd
Het werd mij klaar hoe 'k zo lang zonder voer
In
had nooit meer dan twee, drie dagen tijd!
En nu drie maand in 't smoorheet Singapore
De kar was klaar, wij moesten weer verlaten
Maar er was één die trouw voor eeuwig zwoer
"Ja, blank en bruin hoeft elkaar niet te haten (2x)
Dag lieve meid in 't mooie Singapore"
Singapore, Singapore
"Ja, blank en bruin ... (etc.)"
|
98.
Onder aan de Dijk
(Thé Lau)
Voor de zon die op het water speelt
voor het water dat de zon bespeelt
leunen bij het grijze water
dat nooit teleurstelt en nooit verveelt
en ik voel de warmte van je hand
in ons kleine koninkrijk
onder aan de dijk
W as mijn vader hier nu bij
hij keek steevast heen en weer
't water naar het polderland
naar de verre vissers op het meer
en ik voel de warmte van je blik
in ons kleine koninkrijk
onder aan de dijk
Zou hij ons zijn zegen geven
hij zou ons zijn zegen geven
ik weet het lief, ik weet het zeker
hij zou ons zijn zegen geven
en ik voel de warmte van je blik
in ons kleine koninkrijk
onder aan de dijk
Voor ons is het lichte water
achter ons de zware dijk
denk aan nu en niet aan later
onder aan de dijk
|
99.
Danzij de dijken (The Nits)
Ik ben geboren in een dal van klei
Mijn wieg stond niet ver van een koe in de wei
Waar je koren kon horen, tot de einder kon kijken
Dankzij de dijken
Ik voelde me veilig, ik waande me vrij
Ik dartelde lam en ik spartelde blij
Het wassende water zou mij nooit bereiken
Danzij de dijken
Dankij de dijken (Dijken)
Toen kwam op een nacht de storm en de vloed
Die verpulverde dat vertrouwen voorgoed
Ondanks de belofte; wij zullen niet wijken
Braken de dijken
Braken de dijken
De natuur is een monster
De mens is een dwerg
Een dijk blijkt een dijk, een Hollandse berg
Hollandse bergen blijken de dijken
Ik blijf heel mijn leven een rasoptimist
Een Hollandse jongen, plattelandsalpinist
Die zijn leven vergeefs naar de hemel zal rijken
Dankzij de dijken
Dankzij de dijken (Dijken).
|